door: Jan Poolen
Dit is een verslag van
Leidsche RijnDe Europese stad.
Net terug uit Londen en Parijs zie ik die steden zuchten onder de steeds grotere druk van en toenemend aantal mensen en de commercie. In Parijs dat zich sterk profileert als groene stad waar de fietser en voetganger voorrang krijgt zie je direct dat het wringt. Er is plaats gemaakt voor de fiets maar de fietser moet haar weg nog vinden en krijgen. De auto is er nog altijd en nog steeds opdringerig. Het is een begin. Je komt een museum ook niet meer in zonder tijdslot. Lange rijen wachten gedwee en met vermaak om binnen te mogen. De publieke ruimte die zich vaak ook uitstrekte tot in de gebouwen wordt daarmee behoorlijk ingeperkt.
De plekken waar de voetganger ruimte heeft gekregen aan de Seine is die ruimte gelijk ingenomen door de commercie. Overal is er in ruime mate drank en vermaak. Helaas gaat dat zeer ten koste van de ruimtelijke kwaliteit. Maar misschien zeur ik een beetje.
Leidsche Rijn, de Europese stad.
De Algemene Leden Vergadering van AetA combineerde we met een bezoek aan Leidsche Rijn. Het is verrassend daar te lopen samen met Jo Coenen, de bedenker en stedenbouwkundige van deze nieuwe stad en Willem Lucassen van zijn bureau. Uitgangspunt was een grootstedelijk karakter te creëren, onderscheidend in hoogte en dichtheid. De helderheid en eenvoud van een grid van brede straten, pleinen en parken is een weldaad.
Het voelt bijna als een gegroeide stad. Geen schreeuwende gebouwen die louter en alleen aandacht vragen voor zichzelf en niet voor de stad. De gebouwen staan er in dienst van de stad. In een zorgvuldig grid met een perfecte maatvoering. Soms hoop je wellicht op een afwijking, een gebouw dat zich er even aan onttrekt. Dat gaat nog komen in de overgangsgebieden bij het culturele plein en het station. Eerst is de basis gelegd met de zorgvuldige blokken. De één mooier en beter maar in het totale samenhang passen ze goed. Uniek is natuurlijk dat de auto onder de stad doorrijdt.
Beter kan je zeggen dat de stad over de snelweg is gebouwd. Daardoor ontstaan er ineens hoogte verschillen in het terrein. En dat leidt tot interessante oplossingen met trappen en verschillende niveaus.De belangrijkste vraag die Jo Coenen kreeg in 2003 was, maak een tweede centrum van Utrecht. Maar kan dat uberhaubt? Leidsche Rijn, 800.000 m2 BVO. 50 bouwblokken en 60 architecten. Leidsche Rijn een stad met 100.000 inwoners. Jo moest een jaar nadenken over die vraag. Die tijd kreeg hij. Daaruit groeide de gedachte van de europese stad. Of het kan of het werkt blijft een experiment. De condities zijn er. Het concept moet flexibel genoeg zijn om tussentijds te kunnen veranderen, zoals dat in elke stad gebeurd en de ontwikkelingen randvoorwaardelijk zijn.
Het plan nu beoordelen is veel te vroeg. Elke ontwikkeling heeft tijd nodig, om zich te bewijzen maar ook om veranderingen aan te gaan. Is de stad genereus genoeg? Utrecht heeft wellicht geen tweede centrum maar de nieuwe stad Leidsche Rijn is wel degelijk een centrum, cultureel, maatschappelijk en commercieel.